Racquetball spelen

Racquetball is een combinatie van handbal en squash. Het werd een van de snelst groeiende sporten in de jaren 70 en 80 en trok destijds wereldwijd ongeveer 14 miljoen spelers, volgens het Canadees Olympisch Comité. Om te spelen slaan de spelers een rubberen bal (met een diameter van 57 mm en een gewicht van 40 gram) met een bespannen racket met korte steel heen en weer op een baan met vier muren.

Voor deze sport gebruik je al je grote spiergroepen en dankzij de snelheid van het spel raak je zo buiten adem. "Je krijgt een goede work-out in een korte tijd", zegt Del Villanueva, hoofdracquetballcoach van de Racquetball Club aan de University of California in Berkeley.

Behalve dat racquetball een geweldige cardiovasculaire uitdaging biedt, kan het tegelijkertijd je boven- en onderlichaam sterker maken, aldus de Harvard Medical School. Bovendien kan het bijdragen aan een langer leven. Uit een onderzoek dat in 2017 werd gepubliceerd in het British Journal of Sports Medicine bleek dat mensen die regelmatig aan racketsporten zoals racquetball deden in de negen jaar dat het onderzoek duurde, 47 procent minder kans hadden om te sterven door welke oorzaak dan ook en 56 procent minder kans hadden om te sterven aan hartaandoeningen.

Racquetball kan worden gespeeld als enkelspel, met twee spelers tegen elkaar, of dubbelspel, met twee teams van twee spelers. Net als bij tennis is het doel om elke rally te winnen, of elke return na de service.

Een racquetballwedstrijd wordt gewonnen door de speler die twee games wint, waarbij elke game tot 15 punten wordt gespeeld. Maar als beide spelers een game winnen, volgt een tiebreaker, die tot 11 punten wordt gespeeld.

Om te bepalen wie er aan het begin van het spel als eerste serveert, kun je een munt opgooien. De speler die dit wint, mag serveren.

Je mag alleen serveren vanuit de servicezone, een gebied van 1,50 x 6,10 meter op de baan. De grenzen van dit gebied worden gemarkeerd door de 'shortline' in het midden van de baan en de 'serviceline', de streep die het dichtst bij de voormuur ligt. Je voet en de bal mogen niet voorbij de serviceline komen als je de bal serveert en de bal moet één keer stuiteren binnen de servicezone voordat je hem met je racket tegen de voormuur slaat.

Nadat de bal is geserveerd en contact maakt met de voormuur, mag hij één zijmuur raken voordat hij op de vloer achter de shortline moet landen. Als de bal meer dan één zijmuur raakt of niet achter de shortline landt, is de service niet goed (een foute service genoemd) en wordt de bal niet gespeeld. Degene die serveert mag een tweede keer serveren, maar verliest de service als er twee foute services achter elkaar worden gemaakt.

Je kunt de service ook verliezen als er sprake is van een hinder, oftewel het belemmeren van de mogelijkheid van je tegenstander om de bal te slaan. Bijvoorbeeld als je tijdens het spel voor je tegenstander gaat staan of diegene afleidt.

Maar er zijn ook andere manieren van hinderen. In het algemeen betekent een hinder gewoon dat er iets je belemmert om veilig te spelen. Als je een return maakt na de service, bijvoorbeeld, en je wilt voorkomen dat je de tegenstander met je racket raakt. "Je zegt dan gewoon 'hinder' hardop en dan stopt iedereen", zegt Villanueva. In de meeste gevallen begin je de rally gewoon opnieuw zonder de service te verliezen.

Als je de bal niet serveert, sta je achter de 'receiving line', achter de shortline. Dit wordt in het Nederlands de 'safetyline' genoemd. "Het is om de ontvanger (de 'receiver') uit de buurt van de serveerder te houden, voor de veiligheid", zegt Villanueva. Als je de streep tijdens een opslag negeert, is het risico groter dat je per ongeluk de andere speler met je racket raakt — of zelf wordt geraakt.

Je moet achter de streep blijven totdat de bal in de safety-zone stuitert (een gebied van 1,50 x 6,10 meter tussen de shortline en de safetyline) of over de safetyline gaat. Als je eerder op of over de safetyline stapt, krijgt de serveerder een punt.

Volgens USA Racquetball kan alleen de serveerder punten scoren. Je krijgt een punt als de tegenstander de bal niet terugspeelt voordat de bal twee keer de grond raakt. Er kan ook een punt worden gemaakt als de niet-serverende speler de bal niet terug naar de muur slaat voordat hij de vloer raakt.

Ter verduidelijking: de racquetballbaan heeft vier muren en is 6,10 meter breed, 12,20 meter lang en 6,10 meter hoog. De achtermuur is minstens 3,65 meter hoog. Er zijn een aantal vloermarkeringen. Daarnaast zijn er wat andere markeringen die je moet kennen.

De dubbelspelvakken zijn de twee kleine rechthoekige vakken het dichtst bij de muur aan beide kanten van de servicezone. Deze worden alleen gebruikt bij dubbelspel (bij enkelspel worden ze niet gebruikt) en daar ga je staan als je partner de bal serveert, legt Villaneuva uit. Je moet beide voeten binnen het vak houden totdat de bal over de shortline is. Daarna mag je uit het vak stappen. Als het jouw beurt is om te serveren, gaat je partner in het dubbelspelvak staan.

In de servicezone liggen ook de 'screenlines'. Deze zitten op ongeveer 90 cm van de linker- en rechterzijmuur en kunnen alleen worden gebruikt voor een drive serve. Een drive serve is een type opslag waarbij je de bal hard en laag (onder je schouders) slaat. Je mag een drive serve maken vanaf elke plek op de baan, dus ook in die 90 cm in de servicezone die wordt aangegeven met de screenline. Dit gebied mag niet worden gebruikt voor andere soorten serves.

Klaar om racquetball uit te gaan proberen? Er zijn een paar dingen die je nodig hebt voordat je binnen de vier muren van de baan stapt, waaronder een sportshirt of tanktop en sport-bh (indien nodig) met vochtafvoerende materialen zoals polyester, nylon, elastaan of bamboe. Je top (en bh) moeten comfortabel zitten en niet te strak of te los, want dan kan het een uitdaging zijn om snel te zijn en de bal te raken.

Zo moet ook je broek (of shorts) gemaakt zijn om vocht af te voeren, met een pasvorm die los genoeg is om onbelemmerd te kunnen bewegen, maar toch strak genoeg zodat je niet constant de broek moet optrekken. Als je een lange broek draagt, zorg er dan voor dat de pijpen niet op de grond hangen. Daar kun je namelijk gemakkelijk over struikelen.

Kies schoenen die zijn ontworpen voor racketsporten, zoals tennis, squash of racquetball. Hierdoor kun je gemakkelijker draaien en laat je geen sporen achter op de baan. Combineer je sportschoenen met vochtafvoerende sokken. Kies zelf hoe lang de sok moet zijn, maar let op dat lage sokken kunnen afzakken tijdens het spelen.

Andere onmisbare benodigdheden zijn een racquetballracket en racquetballen. Tenzij je bij een club speelt die rackets beschikbaar stelt, moet je je eigen racket kopen. Of je kunt er een huren bij een sportcentrum of -winkel bij jou in de buurt. Let wel op: racquetballrackets zijn anders dan die voor tennis en squash. Ze hebben kortere handvatten en een bespannen oppervlak dat breder en traanvormig is.

Racquetballen zijn ook uniek omdat ze beter stuiteren en groter zijn dan squashballen en kleiner en lichter zijn dan tennisballen.

Overweeg ook een veiligheidsbril. Je ogen beschermen op een racquetballbaan is een slimme zet. Je weet maar nooit wanneer je een onverwachte service in je gezicht krijgt. Een bril die speciaal is ontworpen voor racquetball is de beste keuze.

Hoewel je bij beide sporten een bal met een racket moet raken op een baan met vier muren, zijn er een aantal belangrijke verschillen.

Neem de gear bijvoorbeeld: bij racquetball wordt een traanvormig racket met een kort handvat gebruikt. Bij squash wordt een ovaalvormig racket gebruikt met een langere steel, waardoor het over het algemeen langer is. Racquetballrackets mogen maximaal 55,9 cm lang zijn, terwijl squashrackets tot wel 68,6 cm lang kunnen zijn, volgens het Canadees Olympisch Comité. Zowel racquetballen als squashballen zijn hol en gemaakt van rubber, maar racquetballen zijn ongeveer 42 procent groter en stuiteren meer.

Ook de afmetingen van de baan zijn verschillend. Beide sporten speel je op een baan met vier muren, maar een racquetballbaan is 6,10 meter breed, 12,20 meter lang en 6,10 meter hoog, terwijl een squashbaan 6,40 meter breed, 9,75 meter lang en 5,64 meter hoog is.

Tot slot kun je bij racquetball alleen een punt verdienen als je serveert, maar bij squash kunnen alle spelers scoren na een service.

Tekst: Lauren Bedosky